Armoedebarometer 2024. Armoede in Vlaanderen stabiliseert 3e jaar op rij. Gericht armoedebeleid kan werken en moet doorgezet worden. Tegelijk dringen fundamentele beleidskeuzes zich op.
Armoede in Vlaanderen stabiliseert 3e jaar op rij. Gericht armoedebeleid kan werken, maar moet versterkt verder gezet worden. Tegelijk dringen fundamentele beleidskeuzes zich op.
Voor het derde jaar op rij stagneert het Vlaams armoedecijfer op 7,8%. Voor België zien we een daling van het armoederisico op een jaar tijd van 13,2% naar 12,3%, ondanks het feit dat de armoededrempel is gestegen door de inflatie. Voor Vlaanderen geldt echter de wet van de ‘remmende voorsprong’. Eens je een bepaald (laag) niveau hebt bereikt is het moeilijk om met verhogingen van de minima alleen nog veel effect te ressorteren. Wel zien we in Vlaanderen een opvallend sterke daling van de armoedekloof: van 18,2% in 2022 naar 12,2% in 2023. De inkomens van mensen onder de armoededrempel zijn dus verbeterd in vergelijking met de jaren ervoor.
Voor Decenniumdoelen is het duidelijk dat de omvangrijke overheidsmaatregelen zoals het optrekken van de sociale minima in de bijstand, de werkloosheid en de inkomensvervangende tegemoetkoming voor mensen met een handicap, de verhoging van de pensioenen en het minimumloon, maar ook enkele gerichte steunmaatregelen, zoals het sociaal energietarief, de derdebetalersregeling en de maximumfactuur in de gezondheidzorg, hebben gezorgd voor een stabilisering van de armoede in Vlaanderen en een lichte daling in België. Toch leven in Vlaanderen nog altijd zo’n 520.000 mensen in armoede en flirt 8% van de bevolking (meer dan een half miljoen) met de armoedegrens. Om vooruitgang te boeken en de Europese armoededoelstellingen te halen zijn dus aangehouden en versterkte inspanningen nodig. Daarnaast zijn specifieke en gerichte beleidsmaatregelen noodzakelijk zijn om de ‘sociale rechten’ te waarborgen.
Sociale rechten steeds meer onder druk.
Zo wordt sociale dienstverlening (kinderopvang, mobiliteit, sociale huisvesting,…) steeds moeilijker toegankelijk, vooral voor mensen in de meest kwetsbare situaties (door strengere voorwaarden, beperkt aanbod, digitalisering,…), waardoor hun deelname aan de samenleving in het gedrang komt. Daarnaast is het leven, vooral voor mensen met een laag inkomen, erg duur geworden (stijging huurprijzen, voedingsprijzen,…). Foodbanks registreerde in totaal bijna 214.000 mensen die in 2023 één van de lokale Voedselbanken bezochten, een stijging met 2% ten opzichte van 2022. In 2023 zijn nog nooit zoveel mensen aan het werk geweest. Maar tegelijk is het armoederisico bij werkenden met een laag inkomen gestegen. Toeleiding naar jobs met lage lonen en minder goede arbeidsvoorwaarden kan dus leiden tot meer armoede.
Beleid dat radicaal wil inzetten op het uitroeien van armoede moet dan ook op diverse levensdomeinen tegelijk (inkomen, werk, gezondheid, onderwijs, wonen en samenleven) moedige keuzes durven maken met specifieke en gerichte maatregelen voor mensen met een laag inkomen.
Verbreding debat.
Armoedebeleid mag ook niet los gezien worden van andere grote maatschappelijke uitdagingen (klimaat, ongelijkheid, democratie,…). Klimaatmaatregelen mogen niet langer afgeremd worden, maar moeten vooral ook sociaal zijn, zodat ook de lage inkomensgroepen effectief worden meegenomen. De ongelijkheid moet aangepakt worden, waarbij steeds meer mensen in een situatie van economische onzekerheid belanden, terwijl een kleine groep rijken buitenproportionele winsten boekt. Het debat over eerlijke fiscaliteit mag niet langer taboe zijn om de ongelijkheid én de armoede te bestrijden.
Lees hier de nieuwe Armoedebarometer: https://www.komafmetarmoede.be/wp-content/uploads/2024/03/Armoedebarometer_DCD_2024_07032024-1.pdf